Welke processen zijn werkzaam bij EMDR ?

EMDR vertegenwoordigt een specifieke methode binnen een ruimer theoretisch model, ‘Adaptive Information Processing’ (AIP) genaamd.

Deze term verwijst naar een aangeboren capaciteit van het brein om moeilijke levenservaringen te verwerken en te komen tot een adaptieve oplossing. Zoals de rest van het lichaam zich herstelt van fysieke wonden. Het AIP-model zegt dat het informatieverwerkingssysteem van de hersenen geblokkeerd kan geraken als gevolg van een psychisch trauma en dat specifieke methoden, zoals EMDR, katalysator kunnen zijn voor een effectieve informatieverwerking die leidt tot een snelle en adaptieve verwerking van het trauma.

Herinneringen, die op een dysfunctionele manier zijn opgeslagen, liggen aan de basis van pathologie. Hierbij zijn aspecten van de traumatische beleving op zintuigelijk, lichamelijk, emotioneel, cognitief vlak opgeslagen in dysfunctionele geheugennetwerken. EMDR maakt het mogelijk toegang te krijgen tot deze dysfunctionele geheugennetwerken en te zorgen voor een aangepaste informatieverwerking zodat de dysfunctionele opgeslagen herinneringen alsnog worden verwerkt en op bewust niveau toegankelijk worden zonder dat ze nog een emotionele lading oproepen.

 

Hoe verloopt een EMDR-therapie?

EMDR is een volwaardige therapie en dient als dusdanig op een deskundige manier uitgeoefend te worden. De voorbereiding vraagt 1 tot meerdere sessies. De therapeutische relatie is hierbij belangrijk en het verzamelen van informatie betreffende de levensloop van de cliënt. Ook een diepgaande anamnese over de problematiek en het bepalen van mogelijke tegenindicaties is noodzakelijk om tot een behandelplan te komen. De voorbereidingsfase heeft tevens als doel de cliënt te informeren over EMDR. Als aan al de vermelde voorwaarden is voldaan kan de eigenlijke EMDR-therapie starten.

Met hulp van de cliënt zoekt de psychotherapeut de herinnering of de situatie die aan de oorsprong ligt van de moeilijkheden (bvb een verkeersongeval), en indien er meerdere herinneringen of situaties zijn wordt daarvan een rangorde opgesteld in het behandelplan. De techniek van EMDR start na het verwoorden van een negatieve gedachte (bvb ik ga sterven), het oproepen van de emoties (bvb angst, onmacht), de fysieke gewaarwordingen (bvb druk op de borstkas) die nog actueel aanwezig zijn als de cliënt aan de belastende situatie denkt, evenals de positieve gedachte die de cliënt verhoopt in de plaats van de negatieve gedachte (bvb ik ben nu veilig).

Daarna start de fase van desensitisatie met afwisselende bilaterale stimulatie. Bilaterale stimulatie gebeurt via oogbewegingen, tactiele stimulatie of geluidsstimulatie.

De therapeut onderbreekt de stimulatie en moedigt de cliënt aan te zeggen wat zich in hem afspeelt. Tijdens deze fase kan de cliënt eventueel intense emoties ervaren.

Eens de moeilijke situatie “gedesensitiseerd” is, start de installatiefase waarbij de therapeut gebruik maakt van de bilaterale stimulatie om de positieve gedachte te installeren.

De therapeut checkt vervolgens of de positieve gedachte, verbonden met de moeilijke situatie, de cliënt niet meer belast.

De therapeut beëindigt de sessie met een korte debriefing.

 

Voor wie is EMDR bedoeld ?

EMDR is bedoeld voor volwassenen maar ook voor kinderen die traumatische ervaringen  hebben meegemaakt (zoals fysisch of psychisch geweld, een ongeluk, seksueel misbruik, natuurramp of oorlog, etc.) maar ook voor  het behandeling van verscheidene psychische stoornissen (zoals depressie, verslavingen, eetstoornissen, paniekaanvallen, fobieën, dwangstoornissen of psychosomatische aandoeningen), voor zover die gebaseerd zijn op onverwerkte herinneringen.

 

Welke voordelen heeft EMDR in vergelijking met andere psychotherapeutische methoden ?

Het voordeel van EMDR ligt in de snelheid en de efficiëntie van de behandeling.
Een enkelvoudige trauma (bvb een auto-ongeluk zonder gewonden of doden, meegemaakt door een stabiel persoon) en een eenvoudige fobie (bvb vliegangst) kunnen in enkele sessies worden opgelost (1 à 5 sessies).

Complexe trauma’s (bvb fysieke of seksuele mishandeling gedurende een lange periode) en veralgemeende angst (een buitenmatige angst die betrekking kan hebben op diverse situaties of gebeurtenissen) vragen een langere voorbereiding en een langdurige therapie.

Bij de behandeling van deze laatstgenoemde problematiek blijft EMDR nuttig maar dient deze geïntegreerd te worden in een ruimere psychotherapeutische benadering, waarbij de therapeut tevens gebruikt maakt van andere technieken waarmee hij vertrouwd is.

In meer ernstige gevallen kan het jaren duren vooraleer het aangewezen is om via EMDR verwerking te doen. We spreken in die gevallen ook over EMDR maar waarbij de focus vooral ligt op het voorbereiden, dat wil zeggen het stabiliseren, hulpbronnen bij de cliënt te versterken, om zo te komen tot een stabieler evenwicht bij de cliënt.

 

Tot op heden kan de wetenschap het fenomeen van EMDR nog niet eenduidig verklaren.

Eén van de hypothesen is dat de oogbewegingen die optreden tijdens de REM-slaap dezelfde functie hebben als de bewegingen van de bilaterale stimulatie.

Ervaringen opgedaan tijdens de dag worden opgeslagen in een soort tijdelijk geheugen (vergelijkbaar met  het RAM-geheugen van een computer) en worden tijdens de nacht verwerkt om daarna opgeslagen te worden in het  lange termijngeheugen (vergelijk met de harde schijf van een computer).
De tijdelijke herinnering wordt tijdens de droom herbeleefd met alle zintuigen om zo opgenomen te worden in het langetermijngeheugen.

Deze informatieverwerking bestaat uit het linken van nieuwe informatie aan oudere netwerken, die reeds in de hersenen zijn gestockeerd. De EMDR-therapie steunt op processen die verwant zijn aan deze die werkzaam zijn tijdens de paradoxale slaap en stimuleert vermoedelijk de overdracht van informatie tussen de verschillende delen van de hersenen (onder andere tussen de hippocampus en de cortex).

EMDR maakt het bvb mogelijk om verbanden te leggen tussen geblokkeerde informatie van een traumatische herinnering en gegevens gestockeerd in de “databank” van onze hersenen. Traumatische herinneringen zijn geen echte herinneringen maar geheugenfragmenten bestaande uit fysiologische gewaarwordingen, zintuiglijke indrukken en motorische ervaringen, alsook partiële of gedesintegreerde affectieve en cognitieve (gedachten, ideeën) belevingen.
Deze onderdelen van de ervaring zijn gefragmenteerd opgeslagen waardoor de ervaring niet als echte herinnering kan geïntegreerd worden in de levensgeschiedenis van het slachtoffer, zolang deze niet behandeld is.

Ons zenuwstelsel is samengesteld uit het willekeurig zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel. Het autonoom zenuwstelsel, ook neuro-vegetatief systeem genoemd, is samengesteld uit het sympathisch en parasympatisch systeem. Het sympatisch systeem wordt actief wanneer we in staat van alertheid zijn, of wanneer er gevaar dreigt (vlucht/vecht respons) (vergelijkbaar met de gaspedaal van de auto). De rol van het parasympatisch systeem bestaat in het tot rust brengen en het herstellen (vergelijkbaar met de rem van een auto).

De verwerking van de informatie gebeurt door stimulatie van het parasympatisch systeem (dromen tijdens de slaap, de hypnagogische toestanden  voor en na de slaap, etc).
Tijdens deze momenten van ontspanning hebben de traumatische herinneringen meer kans om terug te komen. Maar als deze herinneringen te beangstigend zijn dan schiet het sympatische zenuwstelsel meteen in gang met verhoging van de stress als onmiddellijk gevolg. Wanneer het gaat om een traumatische gebeurtenis die je hebt meegemaakt, is de spanning te groot om te kunnen verwerken. Je wordt dan wakker, je verlaat de parasympathische toestand en je valt terug in een fysiologische toestand van stress. Dit is een vicieuze cirkel.

EMDR induceert neurobiologische mechanismen die de activatie van de niet-verwerkte herinneringen vergemakkelijken en de verwerking bevorderen.

De met EMDR bereikte resultaten zijn stabiel en duurzaam.

In 2013 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie EMDR erkend als één van de aanbevolen methodieken voor patiënten die lijden aan een posttraumatische stressstoornis. Maar EMDR heeft een bredere toepasbaarheid: EMDR kan bij tal van andere problemen en stoornissen aangewend worden.

Referenties:

  • Francine Shapiro, EMDR, the Guilford Press 1995 en 2001
  • Francine Shapiro en Margot Silk Forrest, EMDR vernieuwende therapie tegen angst, stress en trauma, Garant 2005
  • Francine Shapiro, Je verleden voorbij, Garant 2013
  • David Servan-Schreiber, Uw brein als medicijn, Kosmos, 2003